Fiscus alert voor fiscaal misbruik binnen het Vlaams verkooprecht naar nieuws overzicht

02 November 2023

De Vlaamse Belastingdienst (VLABEL) kan zich beroepen op fiscaal misbruik om de toepassing van verlaagde tarieven in het Vlaams verkooprecht te verwerpen, zelfs als formeel aan de voorwaarden is voldaan. De antimisbruikbepaling in de Vlaamse Codex Fiscaliteit is ruim. Een recente case illustreert dit. Daarbij ontdeed de koper zich van het vruchtgebruik van zijn ander bezit om voor het 3%-tarief in aanmerking te komen. VLABEL weigerde dat echter.

Volle eigenaar
Ter reminder: één van de belangrijkste voorwaarden om het 3%-tarief te kunnen genieten is dat de koper niet voor de geheelheid volle eigenaar is van een andere woning of bouwgrond. 

De term ‘volle eigenaar’ is daarbij van belang. Het bezitten van een onverdeeld deel, in het ouderlijk huis dat in onverdeeldheid met broers of zussen werd geërfd, verhindert de toepassing van het 3%-tarief bijvoorbeeld niet. Hetzelfde geldt voor het bezit van een naakte eigendom.

Case

Daar zag een koper wel brood in. 

De situatie was als volgt:

Mevrouw X kocht  in 2015 samen met haar partner  Y een appartement, elk voor de helft
In 2023 tekenden beide partners een wederzijdse verkoop-aankoopbelofte voor de aankoop van een woning voor €995.000, opnieuw elk voor de helft
Voorafgaand aan het ondertekenen van de aankoopakte verkochten Y en X het vruchtgebruik van het appartement aan de ouders van X
X kocht vervolgens de onverdeelde helft in blote eigendom van Y
Het eindresultaat hiervan is dat X voor 100% blote eigenaar is van het appartement en Y geen enkele eigendom meer heeft.
 
Mevrouw X wil vervolgens het 3%-tarief kunnen genieten bij de aankoop van de woning (van €995.000). Zij geeft daarbij te kennen enkel eigenaar te zijn van een blote eigendom en dus geen andere woning geheel in volle eigendom te bezitten. Formeel voldoet zij bijgevolg aan deze voorwaarde voor het 3%-tarief.

Fiscale antimisbruikbepaling
De Dienst Voorafgaande Beslissingen van VLABEL is het daar echter niet mee eens. Zij beroept zich op art. 3.17.0.02 VCF om het geheel aan transacties als fiscaal misbruik te bestempelen.

Artikel 3.17.0.02 VCF is te weinig bekend. Nochtans is het een zeer belangrijk artikel. Het bevat immers de fiscale antimisbruikbepaling, die in de VCF ruim is opgesteld. De fiscus heeft daarmee een wapen in handen om constructies – die zuiver om fiscale redenen in het leven worden geroepen – te bestrijden.

Artikel 3.17.0.02 VCF stelt:

Aan de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie kan niet worden tegengeworpen, de rechtshandeling noch het geheel van rechtshandelingen dat een zelfde verrichting tot stand brengt, wanneer die entiteit door vermoedens of door andere bewijsmiddelen, vermeld in artikel 3.17.0.0.1, en aan de hand van objectieve omstandigheden aantoont dat er sprake is van fiscaal misbruik.

Er is sprake van fiscaal misbruik wanneer de belastingplichtige door middel van de door hem gestelde rechtshandeling of het geheel van rechtshandelingen één van de volgende verrichtingen tot stand brengt :

1. hetzij een verrichting waarbij hij zichzelf in strijd met de doelstellingen van een bepaling van deze codex of de ter uitvoering daarvan genomen besluiten buiten het toepassingsgebied van die bepaling plaatst;
2. hetzij een verrichting waarbij aanspraak wordt gemaakt op een belastingvoordeel, voorzien door een bepaling van deze codex of de ter uitvoering daarvan genomen besluiten, en de toekenning van dit voordeel in strijd zou zijn met de doelstellingen van die bepaling en die in wezen het verkrijgen van dit voordeel tot doel heeft.
Het komt aan de belastingplichtige toe te bewijzen dat de keuze voor zijn rechtshandeling of het geheel van rechtshandelingen door andere motieven verantwoord is dan het ontwijken van de belasting. Als de belastingplichtige het tegenbewijs niet levert, dan wordt de verrichting aan een belastingheffing overeenkomstig het doel van deze codex onderworpen alsof het misbruik niet heeft plaatsgevonden.

Voorafgaande beslissing
Volgens VLABEL is deze bepaling hier van toepassing. Zij zegt immers dat de decreetgever zeer duidelijk de koper van de enige gezinswoning met het 3%-tarief een duwtje in de rug wou geven. De kopers hier behouden in feite via het aanhouden van de blote eigendom hun eerste woning. Bij overlijden van haar ouders zal mevrouw X er opnieuw volle eigenaar van worden.

VLABEL stelt dat de kopers zich via de verkoop van het vruchtgebruik kunstmatig binnen de doelgroep van het 3%-tarief plaatsen. Ze hebben ook geen blijk gegeven van enige andere motivatie dan redenen van fiscale aard (het uitsparen van het 12%-tarief). Bovendien zit er geen redelijke termijn tussen de verkoop van het vruchtgebruik en het verwerven van de nieuwe gezinswoning. Er is een duidelijk verband tussen beide handelingen. Dit sterkt de vaststelling dat er enkel fiscale beweegredenen zijn.

Om die redenen zegt VLABEL dat op de aankoop van de nieuwe gezinswoning 12% verschuldigd zal zijn, in plaats van 3%.

Betekenis
Deze casus is vooral illustratief voor hoe VLABEL de antimisbruikbepaling wil toepassen. Een voorafgaande beslissing is natuurlijk nog iets anders dan een uitspraak van een rechtbank. VLABEL heeft in een voorafgaande beslissing de vrijheid om de regels toe te passen zoals zij ze ziet, zonder tegenspraak en rechterlijke toetsing. De casus is bijgevolg vooral nuttig om te voorspellen wanneer VLABEL zich zal verzetten tegen een bepaalde constructie, inzonderheid het voorafgaand verkopen van het vruchtgebruik.

Bron: VB 23034 dd. 17 juli 2023 – https://www.vlaanderen.be/vlaamse-belastingdienst/vb23034

Delen op

Jouw woning ook verkopen of verhuren? Contacteer ons